Begrip vs. benaming

Het in de terminologieleer courante onderscheid tussen begrip en benaming wordt in de alledaagse taal niet toegepast. Daarom is ze mogelijkerwijs, ondanks de hierboven aangegeven definities, niet duidelijk van in het begin. Daarom wordt hier naar de door de twee Britse taalwetenschappers Ivor Armstrong Richards (1893-1979) en Charles Kay Ogden (1889-1957) ontwikkelde zogenaamde “semiotische driehoek” verwezen:

Semiotisches Dreieck

Begriff (im Denken)

Begrip (in denken)

Gegenstand (in der Realität)

Object (in de realiteit)

Benennung (in der Sprache)

Naam (in de taal)

Semiotische driehoek

De semiotische driehoek toont dat een woord of een symbool (dus de benaming) niet rechtstreeks betrekking heeft op een buiten de taal liggend, concreet of abstract object. Dergelijke verwijzing kan alleen door middel van een voorstelling (met andere woorden het begrip) gebeuren.

In de database wordt het begrip door de definitie weergegeven, met andere woorden de definitie beschrijft de inhoud van het begrip. Met deze begripsinhoud komen in de talen benamingen overeen die het begrip dus qua taal weergeven. Daarbij kunnen er meerdere benamingen zijn, die voor een en dezelfde begripsinhoud staan. In dit geval spreekt men van synoniemen.

Waarom dit onderscheid gemaakt wordt, toont de vergelijking tussen een conventionele notitie in een woordenboek en de notitie in een meertalige terminologiedatabase.

Woordenboeken zijn in het algemeen “benamingsgeoriënteerd”, met andere woorden ze gaan uit van een vakwoord, de benaming, en geven alle met deze benaming verbonden betekenissen aan (“van de woorden tot de betekenissen”)[1]. Zo zullen zich in een Duits-Frans woordenboek bij een uit meerdere betekenissen (polysemie) bestaande woord zoals bijvoorbeeld “Bauer” (landbouwer) de verschillende Franse benamingen, die deze verschillende betekenissen weergeven, bevinden: 1. (landbouw) paysan; 2. (schaakspel) pion; 3. (vogelkooi) cage

Het grote nadeel hiervan is dat niet gecontroleerd kan worden of alle begrippen van een bepaald vakgebied volledig gedekt werden. Dat is echter het verklaarde doel van elk terminologiewerk.

Een terminologiedatabase is daarom “begripsgeoriënteerd” opgebouwd, met andere woorden, ze gaat uit van het begrip en vraagt naar de benamingen in de verschillende talen (“van de betekenissen naar de woorden”)[2]. In het middelpunt van een zo opgebouwde terminologiedatabase staat een omschrijving van het begrip (definitie).

In de terminologische ingave worden dan alle benamingen in de verschillende talen opgenomen die met deze omschrijving afgedekt worden.

Voorbeeld

Omschrijving: Persoon die professioneel een eigen of een gepacht stuk land voor de productie van dierlijke of plantaardige producten exploiteert.

Deutsch:

  • Benennung 1: Bauer
  • Benennung 2: Landwirt
  • Benennung 3: Farmer
  • Benennung 4: Agronom

Frans:

  • Benaming 1: paysan
  • Benaming 2: fermier
  • Benaming 3: agriculteur
  • Benaming 4: cultivateur

Nederlands:

  • Benaming 1: boer
  • Benaming 2: landbouwer
  • Benaming 3: farmer
  • Benaming 4: agronoom

In dit voorbeeld staan de aangegeven benamingen (synoniemen) naast elkaar, met andere woorden de nummering verwijst niet naar een volgorde. Bijgevolg kan evenmin geconcludeerd worden dat de Franse benaming 1 het meeste met de Duitse benaming 1 overeenstemt, etc. Wanneer men op de specifieke onderscheiden tussen de verschillende benamingen zou willen ingaan, dan zou men dit door een definitie begrijpelijk van elkaar moeten scheiden en bijgevolg ook in aparte woorden moeten behandelen.

 [1] Zie Arntz et al.: Einführung in die Terminologiearbeit, Georg Olms Verlag, Hildesheim, Zürich, New York 2004, p. 189.

[2] Idem