Commissie van de Duitstalige Gemeenschap voor de Duitse rechtsterminologie

De taak van de terminologiecommissie bestaat erin een bindende, zelfstandige en officiële Duitse rechtsterminologie voor België te creëren. Deze terminologie wordt bij de wetgeving iGruppenbild Ausschussn de Duitse taal door regering en parlement en de rechtspraak aan de rechtbanken van de Duitstalige Gemeenschap gebruikt en zorgt zo voor rechtszekerheid. Daarnaast maakt de terminologie echter ook een uniforme Duitse vertaling van de Nederlandse en Franse juridische teksten mogelijk.

Noodzakelijk is de creatie van een eigen rechtsterminologie, omdat België, zoals elk ander land zijn eigen rechtsorde en rechtstraditie heeft. Daarom is het niet gewoon mogelijk de rechtsterminologieën uit andere Duitstalige landen en regio’s (Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland, Zuid-Tirol, Luxemburg) voor België over te nemen.

In de praktijk verzamelt en controleert de terminologiecommissie de vakwoordenschat uit de Nederlandse en Franse originele versies van de federale rechtsteksten en legt de Duitse varianten vast. Daarbij zijn er verschillende methoden:

  • Reeds courante benamingen (met andere woorden, die reeds door de Duitstalige rechtbanken in België of bijvoorbeeld door de Centrale dienst voor Duitse vertaling gebruikt worden) bevestigen
  • Benamingen uit rechtssystemen van andere Duitstalige landen overnemen
  • Nieuwe woorden vormen

Ausschuss bei der ArbeitBindend is de vastgelegde terminologie op niveau van de Duitstalige Gemeenschap voor “alle politieke organen, openbare diensten en inrichtingen alsook de openbare diensten van gelijkgestelde organen […]. Dat geldt ook voor de inrichtingen en verenigingen, die toelagen van de Duitstalige Gemeenschap krijgen” (decreet voor de regeling van de rechtsterminologie in de Duitse taal van 19.01.2009, art. 2 §2). Op federaal niveau moeten bovendien bij de vertaling van wetten en van koninklijke en ministeriële besluiten de voor de Duitse taal vastgelegde terminologieregels toegepast worden (Collas-wet, art. 2 en 3).