Over de geschiedenis

De geschiedenis van de Duitstalige Belgische rechtsterminologie begon meer dan 30 jaar geleden met de oprichting van een vertaalcommissie bij de Rat der deutschen Kulturgemeinschaft (Raad van de Duitse Cultuurgemeenschap) in Eupen. De commissie beleefde in de loop van de decennia niet alleen meerdere verhuizingen (van Eupen naar Malmedy en terug naar Eupen), maar ook een verandering van pure vertaalcommissie naar terminologiecommissie.

1973–1983 (gevestigd in Eupen)

De oorsprongen van deze commissie gaan terug naar het begin van de jaren 70: Met de wet van 10 juli 1973 over de Raad van de Duitse Cultuurgemeenschap werd een “commissie voor de officiële vertaling van de wetten en besluiten” (“Ausschuss für die offizielle deutsche Übersetzung der Gesetze und Erlasse”) in het leven geroepen.

De belangrijkste taak van deze commissie, die zijn werk in maart 1977 begon, is de opmaak van een Duitse versie van de Belgische grondwet. De grondwet is tot heden de enige federale wettekst, waarvan er een authentieke, qua rechtsbindend karakter aan de Franse en Nederlandse tekst gelijkwaardige versie bestaat.

De eerste leden van deze commissie waren Dr. Joseph Schmitz (voormalige Eerste Advocaat-Generaal aan het Hof van Beroep van Luik), Leo Stangherlin (voormalige Voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg Eupen en het enige lid dat van begin tot eind 2010 lid geweest is van de commissie), Karl-Heinz Lambertz (voormalig Minister-President van de Duitstalige Gemeenschap, Guido Arimont (voormalig spreker bij de Belgische radio BRF) en Yves Kreins (vandaag lid van de Staatsraad).

1984–1990 (gevestigd in Malmedy)

Met de met van 31 december 1983 over institutionele hervormingen voor de Duitstalige Gemeenschap wordt een “commissie voor de officiële Duitse vertaling van de wetten, besluiten en verordeningen” (“Ausschuss für die offizielle deutsche Übersetzung der Gesetze, Erlasse und Verordnungen”) geschapen. De commissie was aangesloten bij het voor het Duitstalige gebied bevoegde districtcommissariaat en was daarmee onderworpen aan het Belgische ministerie van binnenlandse zaken. Samenstelling van de commissie en duur van het mandaat bleven gelijk, maar nu was in plaats van de Raad van de Duitse Cultuurgemeenschap de Koning, dus de Federale Staat, bevoegd voor de erkenning van de leden, de erkenningsmodaliteiten en de logistieke en financiële steun van de commissie.

Waarom de wissel van de Raad van het Districtcommissariaat?

In 1976 werd in het Districtcommissariaat de Centrale dienst voor Duitse vertaling ingezet die alle juridische teksten moet vertalen waarvan nog geen Duitse versie bestaat en die voor de Duitstalige Belgen relevant zijn. Daarnaast waren er enkele andere vertaaldiensten voor de Duitse taal, bijvoorbeeld in de ministeries en bij de provinciale regering, en dus ook de “commissie voor de officiële Duitse vertaling van de wetten en besluiten”. Dit leidde natuurlijk tot meervoudige vertalingen, onzekerheid bij de bevoegdheid en niet consistente terminologie. Zo werd per wet van 31.12.1983 de commissie ondergeschikt gemaakt aan de districtscommissaris en daarmee bij de centrale dienst aangesloten. Er waren echter nog twee andere redenen voor de verandering: Enerzijds lagen de teksten, waarmee de commissie zich bezighield, dikwijls buiten de bevoegdheid van de Raad van de Duitse Cultuurgemeenschap en anderzijds belasten de vertalingen door de commissie het budget van de Raad zodat deze de wissel begroette.

Deze “Commissie voor de officiële Duitse vertaling van de wetten, besluiten en verordeningen” werd op 3 juli 1986 officieel ingezet. Vier jaar later vond de ontbinding plaats, omdat de mandaten van de drie leden niet vernieuwd werden.

Hoewel geen van de door deze twee eerste commissies gemaakte vertalingen door Koning of Kamer bekrachtigd werden, hebben ze wel bijgedragen tot de opmaak van de Duitse versie van de grondwet en tot de opbouw van de Duitse rechtsterminologie in België.

1990–2008 (Malmedy)

Met de wet van 18 juli 1990 voor de wijziging van de wet van 31.12.1983 inzake institutionele hervormingen voor de Duitstalige Gemeenschap wordt de basis voor de nieuwe commissie gelegd, die vanaf nu “Commissie voor de Duitse rechtsterminologie” (“Ausschuss für die deutsche Rechtsterminologie”) heet. Doordat de opmaak van officiële Duitse vertalingen van de wetten, decreten, wetboeken, ordonnanties, besluiten en verordeningen nu aan de Centrale dienst voor Duitse vertaling overgelaten wordt, verandert de voormalige vertaalcommissie in een reine terminologiecommissie. De wet werd pas door een Koninklijk Besluit van 1998 omgezet. In 1999 kon de commissie eindelijk met zijn werk beginnen. Deze commissie, voor wiens logistieke en financiële steun de Federale Staat nog altijd bevoegd is, legt onder andere de in België geldende Duitse rechtsterminologie vast en maakt en verspreidt terminologielijsten en glossaria. Natuurlijk zijn de resultaten van de commissie voor de wetgever niet rechtsbindend, maar hij doet dienst als morele autoriteit, die niet gemakkelijk genegeerd kan worden.

Deze commissie heeft onder andere terminologie op het gebied van strafprocesrecht, vereniging zonder winstbejag, constitutioneel recht en politiehervorming vast gelegd. De drietalige terminologiebank DEBETERM is ook het resultaat van deze commissie.

Sinds 2009 (Eupen)

Reeds eind van de jaren 90 had de Staatsraad vastgesteld dat overeenkomstig artikel 130 §1 punt 1 van de grondwet de Raad van de Duitstalige Gemeenschap, die immers voor de bescherming en de steun van de Duitse taal bevoegd is ook voor de Duitse rechtsterminologie bevoegd moest zijn.

Met het decreet inzake de regeling van de rechtsterminologie in de Duitse taal van 19.01.2009 werden de wettelijke voorwaarden voor de nieuwe integratie van de commissie in de Duitstalige Gemeenschap gecreëerd, die vanaf nu “Commissie van de Duitstalige Gemeenschap voor de Duitse rechtsterminologie” (“Ausschuss der Deutschsprachigen Gemeinschaft für die deutsche Rechtsterminologie”) heet. Deze commissie wordt de eerste keer door een terminoloog begeleid, die voor het wetenschappelijke voorbereidende en aansluitende werk bevoegd is en die de terminologiedatabase beheert. Sinds 02.01.2011 bestaat de commissie uit vijf effectieve leden en uit een wetenschappelijke begeleider. Voor het secretariaat en het wetenschappelijke voorbereiden en aansluitende werk is de in het ministerie aangestelde terminologe bevoegd.